Dit is misschien wel het beroemdste dagboek ter wereld. Het dagboek van een joods meisje dat zo'n zestig jaar geleden leefde en in een vreselijke oorlog terechtkwam. Ze moest onderduiken en was haar leven niet zeker. Ze was niet voor niets zo bang om ontdekt te worden, want ze zou de oorlog niet overleven. Dit is het dagboek van Anne Frank. Anne is 11 jaar oud als de Tweede Wereldoorlog in Nederland uitbreekt. Ze woont dan met haar drie jaar oudere zus Margot, haar moeder Edith en haar vader Otto in Amsterdam-Zuid. En mevrouw Pik Goslar oftewel Hanneli, zoals Anne haar noemde, was haar beste vriendin. Mevrouw Pik, u was toen ook elf jaar he? En u woonde hier naast de familie Frank aan het Merwedeplein Ja, naast de familie Frank. Wij woonden hier op de eerste verdieping. En de familie Frank woonde hier in de tweede verdieping en wij konden van de ramen en ook van de veranda samen spreken. Er is ook een boek over u geschreven met daarin uw herinneringen aan Anne, maar ook uw verhaal over het leven als meisje in de oorlog. Uw leven leek wel een beetje op dat van Anne. Ja, in het begin omdat beide families waren vluchtelingenfamilies uit Duitsland. De families Frank en Goslar woonden al langere tijd in Duitsland, maar toen daar in 1933 Hitler aan de macht kwam, veranderde er veel. Het ging slecht met Duitsland. Er was veel werkloosheid en armoede. Hitler en zijn aanhangers, de nazi's, gaven de Joden de schuld van alles. Zij haten Joden en begonnen ze te vervolgen. Veel families vluchtten weg, waaronder die van Anne en Hanneli. De meisjes waren toen pas vier jaar oud. En jullie dachten hier in Nederland dus veiliger te zijn dan in Duitsland? Natuurlijk. Maar dat duurde niet lang. 1940, 10mei zijn de Duitsers in Nederland ingevallen. Het was vijf dagen oorlog en toen was het afgelopen met veiligheid. In het begin ging het normale leven nog wel door. In 1941 hangt Anne uit dit raam daar beneden naar een bruidspaar te kijken. Dat zijn de enige bewegende beelden die ooit van haar gemaakt zijn. Maar al snel beginnen de Duitsers ook in Nederland. Joodse mensen te vervolgen. Er komen allerlei discriminerende wetten. Hoe vonden jullie het als meisjes dat jullie bepaalde dingen niet meer mochten? Ik geloof op die leeftijd merk je dat niet zo erg. Maar het was dan altijd erg en erger. Ja, daar mochten we niet meer zwemmen. Dan mochten we niet meer in winkels kopen. Alleen in joodse winkels, alleen van 3 tot 5. En jullie kregen ook een Jodenster op een gegeven moment. Ja, in het begin waren we daar heel trots op. Maar dan heb je het toch wel gemerkt dat is niet zo aangenaam dat iedereen kan doen wat ie wil met je. Mochten jullie nog wel naar school? Ja, maar we moesten naar een extra school. Alle Joodse kinderen moesten naar een school die extra werd opengemaakt voor Joodse kinderen met alleen Joodse leraren. En dat was dus hier. Een Joods Lyceum. Kwam u ook weer bij Anne in de klas? Ja wij kwamen naast elkaar te zitten. Ondertussen wordt de situatie elke dag erger. 16 jarige Joodse jongeren kregen een oproep voor dwangarbeid in Duitsland. Ook de zus van Anne, Margot. Ik schrok ontzettend. Iedereen weet wat dat betekent. Concentratiekampen en eenzame cellen zag ik al in mijn geest opdoemen. Op dat moment besluit de familie Frank direct onder te duiken. Niemand mag het weten. Zelfs Hanneli niet. Dus u wist van niks toen u hier de volgende dag bij aan de deur kwam? Nee, helemaal niet. Ik kwam spelen, we hadden vakantie en toen kwam die onderhuurder en die zei dat de familie was verdwenen en hij geloofde naar Zwitserland. In werkelijkheid zat Anne maar een paar kilometer bij Hanneli vandaan, namelijk hier in het hartje Amsterdam aan de Prinsengracht, in het bedrijf van haar vader. Hier zat Anne met haar familie ondergedoken. Nu is dit het Anne Frank Huis, een museum. Maar vroeger had je hier het bedrijf met beneden de kantoren, hier op de tweede verdieping de opslagruimtes. En moet je kijken. Aan het eind van deze overloop stond een kast. Nou niets aan te zien. Gewoon een archiefkast. Maar het is een kast met een geheim. Moet je opletten. De kast kan namelijk met een beetje kracht draaien. Kijk dan verschijnt hier achter een trap en die trap die leidt naar een verborgen deel van het huis, het Achterhuis. Het Achterhuis, waar Anne samen met haar zus Margot, haar ouders en vier andere onderduikers meer dan twee jaar opgesloten zit. In die tijd schrijft Anna alles wat er in het Achterhuis gebeurt op in haar dagboek, 20 juni 1943. Het was nog donker buiten. Er werd een paar keer achter elkaar hard op de deur gebotst. Wonen hier Joden? Schreeuwde iemand in het Duits. Jullie werden hier toen opgepakt. Ja, vanuit dit huis. Mijn grootouders uit de volgende ingang en wij hadden het eigenlijk verwacht. Het koffertje was altijd klaar. Hanneli en haar familie werden samen met duizenden andere Joden in veewagons naar Drenthe gebracht, naar het doorgangskamp Westerbork. En daar zou zij 9 maanden blijven. Op dat moment zit Anne nog steeds ondergedoken in het Achterhuis. Ze weet wel dat alle Joden worden opgepakt, maar wat ze niet weet is dat haar vriendin Hanneli inmiddels ook is weggevoerd. Kijk, dit is de kamer waar Anne's zus en haar ouders slapen. Maar vier medewerkers op kantoor weten dat er onderduikers in het Achterhuis zitten. Miep Gies, Bep Voskuijl, Johannes Clijman en Victor Kugler. Zij zorgen voor de spullen voor de onderduikers, dus eten, toiletspullen, schoolboeken. En dat is heel gevaarlijk, want op het helpen van Joden staan zware straffen. Kijk en dit. Dit is het Slaapkamertje van Anne in het Achterhuis. Hier staat haar bed. Aan deze kant en hier staat het bed van tandarts Pfeffer. Daar moesten die kamer mee delen, hoewel ze een hekel had aan die man. En nu is het hier leeg, want het is museum. Maar wat er nog over is gebleven zijn wel de plaatjes die Anne aan de muur plakte om het wat gezelliger te maken. Hier schreef ze ook vaak in haar dagboek. Fietsen, dansen, fluiten. De wereld in kijken. Me jong voelen. Weten dat ik vrij ben. Daar snak ik naar. Anne voelde zich hier natuurlijk verschrikkelijk opgesloten en ze moesten ook nog eens doodstil zijn. Vooral overdag op werkdagen als er mensen in het bedrijf aan het werk waren. Geen druppel water, geen wc. Niet lopen. Alles stil. En dan is er de voortdurende angst om ontdekt te worden. Gisteren ben ik ontzettend geschrokken. Er werd om 8 uur plotseling heel hard gebeld. Ik dacht niet anders of er kwam iemand. Je snapte wel wie. Op 27 november 1943 ziet Anne voor het slapengaan plotseling haar vriendin Hanneli voor zich. Haar ogen waren heel groot en ze keek mij zo droevig en verwijtend aan dat ik in haar ogen kon lezen: oh Anne waarom heb je me verlaten? Help, o help mij, red mij uit deze hel. Daarna schrijft ze: waarom werd ik dan uitverkoren om te leven en moest zij wellicht sterven? Maar Hanneli was niet dood, want u zat samen met uw vader en haar zusje Gabi en opa en oma in het kamp Westerbork. In Westerbork wachtte het hele kamp altijd angstig de maandag en de donderdagavond af. Wat gebeurde er dan? Iedere donderdagavond kwam de SS met lijsten. Ongeveer duizend mensen. En die zouden doorgestuurd worden met veewagons naar een werkkamp in het oosten. En iedereen begreep dat dat niets goeds is. We wisten niet dat ze ons gaan doden met gas. Hoe reagereerden de mensen daarop? Mensen waren hysterisch. Je wist nooit wanneer is het jouw beurt? We wisten toch iedere week gaan er duizend weg. En dat was verschrikkelijk. Maar jullie hoefden eerst nog niet op transport he? Nog niet omdat wij hier hadden zo'n stempel die zou zeggen dat we voorlopig nog gesperd zijn. We mogen voorlopig blijven in Westerbork. Ondertussen wordt het leven voor Anne in het Achterhuis ook steeds zwaarder. Dit was de gezamenlijke woonkamer van het Achterhuis. Dus hier zaten ze vaak met acht mensen bij elkaar. Het werd trouwens steeds moeilijker voor de helpers om aan eten en drinken te komen voor de onderduikers. Er komen steeds meer ruzies. Niet zo gek natuurlijk als je dag in dag uit in zo'n kleine ruimte op elkaars lip zit. Het enige lichtpuntje voor Anne is dat ze een tijdje verliefd is op Peter. Hier op zolder zitten ze vaak bij elkaar. Van 's ochtends tot 's avonds laat doe ik eigenlijk niets anders dan een Peter denken. In februari 1944 wordt u met uw familie op transport gesteld naar Bergen-Belsen. Dat is in Noord-Duitsland. Ja Noord-Duitsland. Hier is Westerbork.En u kwam in een uitwisselingskamp terecht, vanwege die bijzondere paspoorten. En daardoor hadden jullie het ook iets beter met eigen eten, eigen kleren. Maar toch moet het nog erg zwaar geweest zijn. Het was heel erg. Wij kregen vier centimeter stukje brood per dag en dat gingen we altijd een recht snijden. Altijd nog een stukje en nog een stukje en dan was er niks meer. Eerst kregen we allemaal luizen op ons hoofd en in de zoom van de kleren en later kregen wij vlektyfus. En als je nou geen medicijnen hebt en helemaal niet genoeg eten en je bent zo zwak. Dan heb je niet meer nodig om door te gaan. Hanneli zou dik een jaar in het kamp Bergen-Belsen blijven. Augustus 1944. Anne heeft goede hoop dat de oorlog nu snel is afgelopen. Maar op 4 augustus gebeurt waar ze steeds al zo bang voor was. Ze worden verraden en allemaal op transport gezet naar Kamp Westerbork. Vanuit Westerbork worden ze weggevoerd naar concentratiekamp Auschwitz in Polen. Anne en Margot gaan later naar concentratiekamp Bergen-Belsen, maar hun ouders moeten in Auschwitz blijven. Ze komen dus zonder dat ze het weten in hetzelfde kamp terecht, waar Hanneli ook zit. Alleen dan in het gedeelte voor gewone gevangenen, maar daar worden ze totaal aan hun lot overgelaten. Ze krijgen bijna niets te eten. Ze worden ontzettend ziek. Iemand vertelt Hanneli dat er aan de andere kant van het prikkeldraad een Nederlands meisje zit dat zij kent. S Avonds sluit ze met gevaar op betrapt en doodgeschoten te worden naar het prikkeldraad. En dan gebeurt er iets heel bijzonders. Na tweeënhalf jaar ontmoet ze haar vriendin Anne weer. Na een paar minuten een heel zacht stemmetje en het was Anne. Het was niet die kleine, pittige Anne die ik gekend heb. Het was een gebroken meisje. Anne vertelde me ook bij het prikkeldraad dat zij en Margot maar heel weinig eten hadden. Ja, ze hadden beiden helemaal geen eten en heb ik gezegd kom eens terug en 2,3 dagen, ik zal zien wat ik kan doen. En toen kwam ik met zoiets als een hele kleine voetbal. Een stukje met droge pruim, een stukje van die knäckerbröt. En toen kwam ik zo bij het prikkeldraad en dat was veel hoger. En boven waren wachttorens met Duitse soldaten dus heel gevaarlijk. En het was donker en ik hoorde haar, maar ik kon haar niet zien. En toen zei ik Anne, voorzichtig ik gooi het over het prikkeldraad. En toen hoorde ik hoe ze huilde en schreeuwde. En ze was woedend. Wat is er gebeurd? Een andere hangbruggen vrouw had een pakje opgevangen. Rende weg en heeft haar niets gegeven. En toen moest ik haar een beetje kalmeren. Ik heb beloofd we doen het nog een keer. Na twee, drie dagen hebben we het nog een keer gedaan en toen heeft het opgevangen. Ze spreken af dat ze elkaar snel weer zullen ontmoeten. Maar alles loopt anders. De vader en de oma van Hanneli gaan dood in het kamp. Hanneli en haar zusje Gabi worden daarna samen weer op transport gesteld. Hanneli is heel erg ziek en ze denkt dat ze dood zal gaan. Maar gelukkig worden ze bevrijd. Hanneli en Gabi overleven de oorlog. Maar dat geldt niet voor Anne. Anne en Margot gaan dood in Bergen-Belsen door uitputting en ziekte. Anne is dan vijftien jaar. Haar moeder en de andere onderduikers worden ook vermoord. Alleen Otto, de vader van Anne, blijft in leven. Annes dagboek wordt gered door Miep Gies, één van de helpers, en Otto Frank besluit het uit te geven. Want dat was Annes grote wens.