De eerste grutto’s worden soms al in februari gesignaleerd. Maar pas tegen eind maart is hun roep niet meer weg te denken boven de weide. Via Spanje, Portugal en Frankrijk keren ze terug uit de moerasgebieden van West-Afrika waar ze overwinteren.
Nergens ter wereld broeden zoveel grutto’s als in onze polders. Alleen al binnen de stadsgrenzen van Amsterdam broeden er meer dan in heel Frankrijk en Groot-Brittannië samen. Ze maken nesten op de grond in de beschutting van het hoge gras en brengen hooguit vier jongen per seizoen groot.
Je herkent een grutto tussen de andere weidevogels aan zijn oranjebruine verenkleed, een rechte snavel en hoge poten. Maar het meest kenmerkend is zijn roep. Als je goed luistert roept de grutto zichzelf.
Het gaat niet goed met de grutto. De afgelopen 50 jaar daalde het aantal broedpaartjes met meer dan 60% tot zo’n 35.000. De belangrijkste oorzaak in Nederland is de vernietiging van hun leefgebied door verstedelijking en te intensieve landbouw.
Inmiddels werken natuurbeheerders, boeren en vrijwilligers intensief samen om de omstandigheden voor de grutto te verbeteren. Bijvoorbeeld door te wachten met maaien totdat de jongen kunnen vliegen.