Het is rond 1500. De paus heeft een prachtig ontwerp laten maken voor een nieuwe St. Pieterskerk in Rome. Met een enorme koepel. Het moet de mooiste en grootste kerk van Europa worden. Dat kost wat en zoveel geld heeft hij niet. Nog niet. Daarom bedacht de paus een actie. Hij maakte brieven waarin de gelovigen de straffen voor hun zonden konden afkopen. Aflaten heetten die brieven Zo’n aflaat koste veel geld maar dan had je als gelovige ook wat. Want met zo’n aflaat kon je veel makkelijker in de hemel komen. De paus stuurt de monnik Tetzel naar Duitsland om daar aflaatbrieven te verkopen. Hij overtuigt de mensen hoe belangrijk het is om een aflaat te kopen. We zijn toch allemaal zondige mensen? Zo’n aflaat heb je gewoon nodig. De mensen kopen graag. Voor zichzelf, of voor hun overleden ouders of grootouders. Het geld stroomt binnen. De paus kan tevreden zijn. Als Luther van de aflaten hoort, wordt hij vreselijk boos. Wat een bedriegerij! En dat nog wel van de paus zelf!!! Hij komt in actie. Op een groot vel papier schrijft hij alles wat hij niet goed vindt. Dan gaat hij naar de kerk en timmert het papier op de grote deur. Een lijst van wel 95 stellingen. En dat gebeurde op deze plek. De deur van toen die is er niet meer maar alle stellingen van Luther die zijn hier wel in koper gegraveerd. Hij wilde graag dat ze allemaal werden gelezen zodat de mensen erover gingen praten. Want op die manier zoude kerk veranderen. Het was best gevaarlijk wat Luther deed. Er waren eerder mensen geweest die kritiek hadden op de kerk en daar werd hard tegen opgetreden. Mensen die kritiek hadden werden ketters genoemd en met die ketters liep het vaak slecht af. Als de paus hoort wat Luther vindt, wordt hij woest. Hij schrijft Luther een brief. Als hij zijn stellingen niet terugneemt zal de paus Luther uit de kerk zetten. Maar Luther denkt er niet aan. Hij zal de paus niet gehoorzamen. Voor de ogen van zijn aanhangers gooit hij de brief van de paus in het vuur.