Mert (11) vertelt over Sjakie en de grote glazen lift van Roald Dahl. Dit verhaal begint waar het boek Sjakie en de chocoladefabriek eindigde: in de lucht! Sjakie en zijn familie komen in Amerikaans luchtgebied, wat leidt tot grote misverstanden… Helemaal wanneer Willie Wonka een vreemd lied begint te zingen dat als volgt begint: ‘Kierisoekoe maliboekoe, wijzij wijs en hijsij koekoe.’
Welkom bij De Waanzinnige Podcast. Ik ben Mert en dit is Sjakie En De Grote Glazen Lift. Waar dit boek over gaat? Meneer Wonka, Sjakie en zijn familie gaan naar de fabriek met de grote glazen lift. Sjakie is in deel 1 Directeur geworden van de chocoladefabriek. Hij neemt zijn hele familie mee in de magische glazen lift. Zijn ouders, zijn grootouders en zijn overgrootouders. En die laatsten zijn zo oud dat ze alleen nog maar in bed liggen. Ze worden met bed en al in hun pyjama zo de lift in geschoven.
Ze gaan heel erg omhoog en daarna willen ze het dak stuk maken. Dit boek begint waar deel 1 eindigt: in de lucht. Mert vloog trouwens zelf 3 jaar geleden door de lucht, maar dan wel in een vliegtuig. Hij verhuisde van Turkije naar Nederland. Op het vliegtuig dacht ik na over wat er zou gebeuren als we hier zouden gaan, we gingen helemaal opnieuw beginnen, we hadden niet heel veel spullen meegenomen uit onze oude huis. Sjakie is inmiddels Directeur van de chocoladefabriek en Willie Wonka neemt ze mee naar een nieuw avontuur. Ze zweven in de grote glazen lift een paar honderd meter boven de grond met een lekker vaartje. Maar dan… …gaat er iets niet goed en gaan ze de ruimte in. En daar ziet een ruimteschip van Amerika hun met drie astronauten. (…), (…) en Jim. En ze denken dat zij spionnen zijn, vermomde astronauten. Drie astronauten rapporteren aan de Controlekamer wat ze zien: drie oude knarren die in hun nachthemd ronddrijven in een glazen doos, en een jongetje van een jaar of 10. De Amerikaanse President weet het zeker: dat is een dwergastronaut verkleed als jongetje. En die oude mensen, dat zijn ook vermomde astronauten. Heel Amerika siddert van angst. En er is ook in de ruimte een Ruimtehotel Amerika gemaakt. Ze gaan het Ruimtehotel in en ze denken dat ze iets gaan doen met het Ruimtehotel, laten ontploffen of zo. Als Sjakie en zijn familie, en Willie Wonka, eenmaal in het Ruimtehotel zijn, is de Amerikaanse President het zat. Hij schreeuwt door de luidspreker zo het Ruimtehotel in. Nee, dat is die andere President. Weet je wat deze zei?
En dan gaat Willie Wonka een hele rare liedje zingen. Dat klinkt ongeveer zo.
En de Amerikanen… …ja, die schrikken helemaal. En ze denken dat ze van Venus en Mars zijn gekomen. Het verhaal wordt bonter en grimmiger. Er komen namelijk ook nog aliens in het boek voor: Drogten. Deze monsterlijke Drogten zijn levensgevaarlijk en terroriseren het hele luchtruim. Ze hebben alle levende wezens op de maan, Venus en Mars en op een heleboel andere planeten opgegeten. Maar Sjakie stelt daarover een slimme vraag aan Willie Wonka. Dat stuk gaan we voorlezen.
Grapje! “Waarom zijn ze niet op onze aarde gekomen om ons op te eten?”, vroeg Sjakie. “Heb je ooit een vallende ster gezien?”. “Massa’s”, zei Sjakie. “Eigenlijk zijn dat helemaal geen vallende sterren”, zei meneer Wonka, “het zijn vallende Drogten, het zijn Drogten die de dampkring van de aarde met grote snelheid proberen binnen te dringen en in vlammen opgaan”. “Wat een onzin!”, zei grootmoeder Wilhelmina. “Wacht maar”, zei meneer Wonka, “het zou best kunnen dat je het zelf ziet voordat deze dag ten einde is”. “Maar als ze dan zo woest en gevaarlijk zijn”, zei Sjakie, “waarom aten zij ons dan niet meteen op in het Ruimtehotel, waarom verspeelden zij zoveel tijd met hun lijf in letters te wringen en ‘rot op!’ te schrijven?”. “Omdat het opscheppers zijn, daarom”, antwoordde meneer Wonka, “ze zijn ontzettend trots dat ze kunnen schrijven”. “Maar waarom schreven ‘rot op!’ terwijl ze ons wilden pakken en opeten?”. “Dat is het enige woord dat ze kennen”, zei meneer Wonka. “Kijk!”, krijste opoe Jacoba en wees door het glas naar buiten, “kijk daar!”.
Nog voordat hij keek wist Sjakie precies wat hij zou zien. De anderen ook. Dat hoorden ze uit de hoge hysterische toon van de stem van de oude dame. En ja hoor, daar naast de lift gleed moeiteloos een kolossale monsterlijke Drogt zo dik als een walvis en zo lang als een vrachtauto. Met een aller wreedste afzichtelijke blik in zijn oog. Hij was maar een paar meter van hen af. Eivormig, slijmerig, groenigbruin met een kwaadaardig groot oog, het enige dat te zien was, dat gespannen op de ronddrijvende mensen in de grote glazen lift gevestigd was. “Ons laatste uurtje heeft geslagen!”, krijste grootmoeder Wilhelmina. “Hij zal ons allemaal opvreten!”, riep mevrouw Stevens. “We zijn er geweest Sjakie”, zei opa Jacob. Sjakie knikte. Hij kon geen woord, geen geluid uitbrengen. Zijn keel zat dichtgeschroefd van angst.
Mert herinnert zich nog dat hij op het vliegtuig zat van Turkije naar Nederland om voor altijd te verhuizen. Toen zat zijn keel een beetje dichtgeschroefd van angst. Het was heel erg spannend voor mij en een heel nieuw land, ik wist er echt niks van. Ik wist alleen dat Vincent van Gogh hier was geboren. Mert sprak dus ook geen Nederland, maar dat ging al vrij snel heel goed. In mijn klas zeggen kinderen heel vaak “weet ik veel”, ik dacht dat vroeger dat “ik weet heel veel”, dus steeds als kinderen “weet ik veel” zeiden, zei ik “ik weet dat jij heel veel weet, maar dat hoef je niet steeds te zeggen!”. Ik dacht dat ze de hele tijd aan het opscheppen waren en zo. Hé Mert, lijk jij eigenlijk op Sjakie of lijk jij misschien op iemand anders uit het boek? Ja, ik lijk meer op opa Jacob, ik wil ook van alles doen en meebeleven. Ja, ik ging één keer een hele enge rollercoaster in, een achtbaan, die ging echt helemaal hoog en toen ging ie ineens naar beneden en maakte ie heel veel loopings. Ik voelde heel veel angst en heel veel spanning. Ik schreeuwde wel, maar moest ik ook steeds lachen.
Dit was Mert met Sjakie En De Grote Glazen Lift van Roald Dahl. En met illustraties van Quinten Blake. Ga dus gauw naar de boekhandel of naar de bibliotheek. Ben je benieuwd naar de volgende kandidaat? Nog een keer. Ik ben Aimeline en dit is mijn bijzonder rare week met Tess. Perfect. Tot over 2 weken. Ben je erbij? Want lezen is leuk, je moet alleen nog even ontdekken welk boek bij jou past.