Prinses Laurentien is op bezoek in de Tovertuin. Ze leest Woezel en Pip voor uit ‘Daan helpt de aarde redden’.
Pip, zullen we in bad? Maar we zijn helemaal niet vies. Dat hoeft toch ook niet? We kunnen ook gewoon erin spelen. Met de eendjes, of duiken onder water met de duikbril. O ja. Nou, ik weet het niet, hoor. Of we kunnen bommetje doen. Ja, bommetje! Bommetje! Als jij het bent, Buurpoes, dan kunnen we niet komen. Pip en ik gaan net in bad. Ik ben het, Laurentien. Laurentien van Oranje. O, hallo Laurentien van Oranje. Wat bent u mooi! U lijkt wel een echte prinses. Misschien ben ik dat ook wel. Ooo! Oh! Woezel, zeg iets! Straks loopt ze weg! Maar wat dan? Maakt niet uit, als het maar met u is. Dag prinses Laurentien, bent u soms verdwaald? Nee, ik kom voor jullie. Voor jullie allebei. Voor ons? Voor ons? Ja. Nou, komt u dan maar binnen. Komt u maar binnen in het hok. Wat hebben jullie een mooi hok! Wauw! Fantastisch! U bent zeker nog nooit in een hondenhok geweest, he? Niet zo'n mooi hok als jullie hok. Maar ik heb wel een hond. O, echt? Ja. Hoe heet-ie? Hij heet Django. Die kennen we niet. Nee, kennen we niet. Nee, maar hij is heel lief. Komt hij ook een keer mee? Die mag zeker een keertje meekomen. Prinses Laurentien, wat komt u eigenlijk doen? Ik kom voorlezen. Ja, voorlezen! Voorlezen, leuk! Maar doet u dat dan vaker? Ik doe dat heel erg vaak. Want ik vind, als je veel wordt voorgelezen...dat je dan beter leert lezen en schrijven. En het is ook heel leuk, Woezel. Ja! Het is heel leuk. Want zonder pret is het niks. Nee. Het is altijd leuk en gezellig. Wat gaat u voorlezen? Het boek heet 'Daan helpt de aarde redden'. Waarom moet je de aarde redden dan? We moeten wel zorgen dat de aarde schoon en heel erg mooi blijft. Precies zoals hij nu is. Ja, wij moeten ook altijd de Tovertuin schoon houden van Tante Perenboom. Ja. Maar het is hier ook heel erg mooi. Ja he? Zullen we beginnen? Ja!Ja! Oke, het gaat dus over Daan.
En het begint bij de juf, in z'n klas. Kinderen, zegt de juf, het gaat niet goed met deze aarde. We moeten met z'n allen ons best doen om de aarde te redden. En dan zegt Daan helemaal verbaasd: Maar daar zijn we toch veel te klein voor? Nee! Nee, echt niet! Nee hoor, Daan, er zijn een heleboel dingen die we kunnen doen. Dat is precies wat de juf zegt. Bijvoorbeeld, om te beginnen kunnen we ons afval scheiden. Glas, papier en plastic moeten we apart weggooien. Plastic? In de Tovertuin hebben we helemaal geen plastic. Daarom is het hier ook zo mooi. En dan zegt Daan: Oh, moet je die windmolens zien! Zo hee! Groot! Groot he, zegt de juf. En wat zegt ze? Hoe meer wind, hoe harder ze draaien... en hoe meer elektriciteit ervan komt. Elektri-wattes? Elektriciteit. Elektriciteit, wat is dat? Daardoor kunnen de lampen branden en kunnen alle apparaten aangaan. Maar wij hebben de vuurvliegjes. Ja, bij ons geven de vuurvliegjes licht. Wat een goed idee, die zijn er altijd! Ja. Oh, dat is goed. En dan komt de mama. Als mama Daan komt halen, begint hij opgewonden te praten. Je moet het thuis maar eens precies vertellen, zegt mama. Ik zal het wel laten zien, zegt Daan. Kijk, Daan heeft een klein windmolentje. O ja!
En wat gaat er dan gebeuren? Thuis loopt Daan naar de keuken. Moet je die afvalemmer zien, denkt hij. Die zit bomvol. Wat een rommel. Ja. En ook luiers, bah! Die komen van Joris. En Joris is z'n kleine broertje. Dat is een baby. Hij is natuurlijk nog maar heel klein. Maar wat maakt hij veel luiers vies! Wacht eens, denkt Daan. Hij heeft een slim idee. Die luiers kunnen ze nog best wel een keertje gebruiken. Wat? Dat gaat toch stinken? Dat kan toch niet? Hij doet ze op de verwarming! O, kijk nou, haha! Best wel een goed idee. En dan gaat hij naar mama en die is de was aan het doen. Mama, weet je wel zeker dat dit allemaal gewassen moet worden? Het is wel veel. Heel veel! Het is ook wel vies. Want de wasmachine gebruikt veel water...en elektriciteit. Kom, ik zal je helpen, zegt Daan. En dit is nog schoon genoeg. En dit. En dit. Hij haalt er allemaal kleren uit. Maar dat is helemaal niet schoon. Nee. Maar dan hoeft hij wel minder te wassen. En dan komt papa thuis. Na een lange werkdag is papa moe. Een lekker warm bad zal hem goed doen.
Wij wilden ook in bad, he? Ja! En een bommetje doen toch? Ja! Ja! Maar dat mag niet altijd van Tante Perenboom. Niet te veel water en ook niet zo heel erg warm, vindt Daan. Oh! Maar papa is daar helemaal niet zo blij mee...en zegt: Wat zit er weinig water in! Je moet zuinig zijn met water, papa. Precies, jij begrijpt het. Dat is precies wat Daan ook zegt. En dan gaat hij alvast de boterhammen maken. He? O nee! Hij stopt ze zo in de tas! En dan komt alles onder de jam te zitten! Want hij zegt: Niet in plastic zakjes, want die gooien we weg. Ja, maar dan wordt alles toch vies? Maar het is wel beter voor de aarde. En Daan kijkt heel tevreden. Het is wel moeilijk om de aarde te redden. Maar, zegt hij, ik ben wel 'n beetje trots op mezelf. Goed zo, Daan! Maar wat gebeurt er nu? Papa heeft het koud en moeder heeft vieze kleren en het zusje heeft jam in haarschooltas. En Joris heeft in z'n broek gepoept! Wat kijken ze boos! Dan zeggen ze allemaal: Daan, nu is het genoeg! Kijk toch wat je hebt gedaan! En die arme Daan zegt: Ik heb zo m'n best gedaan en nu doe ik alles weer fout. Hij is helemaal verdrietig, hij kan wel huilen. Zielig! Maar z'n zusje zegt: Je hoeft niet verdrietig te zijn. En mama zegt: Kom maar mee, dan zal ik laten zien dat er heel veel veranderd is. Veranderd, zegt Daan, hoezo? Ze zien er nog allemaal hetzelfde uit. Jawel, kijk maar. Kijk eens hoeveel veranderd er is. Papa gaat onder de douche in plaats van elke dag een bad te nemen. Ja. En ze hebben nu lunchtrommeltjes in plaats van zakjes. Wat slim! Die kun je gewoon afwassen daarna en nog 'n keer gebruiken. Ja.
Net zoals die luiers misschien. Ja. De was hangt nu aan de lijn te drogen. Want de droger gebruikt veel te veel: Elektriciteit! Ja, dat is het. De wind kan ook gewoon alles droog maken. Ja! En kijk eens naar die lampen. Er zijn overal spaarlampen. Die gebruiken nu ook weer minder: Elektriciteit! En dan is iedereen weer blij. En dan zegt Daan: Het is echt leuk om de aarde te redden. Woow! Wat een mooi verhaal, zeg. Ja, we moeten maar niet in bad, dan gebruiken we veel te veel water. Maar met z'n tweeën gebruiken we maar de helft van het water. O ja, dat is zuinig. Ja. Of we gaan bij de kale rots onder de waterval staan. Net als de papa van Daan, onder de douche. Ja! Waterval, vuurvliegjes: wat hebben jullie een goede ideeen. Ja. Ik vind dat jullie buiten de Tovertuin ook moeten meedenken. Hoe dan? Nou, bijvoorbeeld met de Raad van Kinderen. Of de Raad van Woezel en Pip misschien! En mag Django dan ook komen? Die mag ook meekomen. Leuk. Dan kunnen we er met z'n drieën over nadenken. En met de prinses. En dan gaan we in bad. Bommetjes maken. Ja, we springen in de sloot met z'n allen. Mag Django ook in de sloot? Django mag alles wat jullie doen.