Woezel en Pip moeten raden waar Molletje naartoe is gegraven. Hij is ergens waar dieren zijn met hele grote flaporen. Weet jij waar molletje is?
Steen, papier, schaar, steen! Aaah! Nog een keer. Steen, papier, schaar, steen. Schaar! Ooo! Jongens, eh, zeg...wat denken jullie ervan als we weer eens verstoppertje gaan spelen? Ja.Nou... Ik weet het niet, Molletje. Jij bent altijd zo lang weg. Ja. En jij graaft altijd superver. En dan moeten wij heel lang op je wachten. En dan is er niks meer aan. Nee. En je wint altijd omdat niemand je kan vinden. Ja. Hehe, dat is zo. Zullen we anders weer vermolletje doen? Ja! Dat jij dan gaat graven en dat wij gaan meeluisteren. Ja!Ja, ik ben weg. Kom op, Pip. Molletje! Ben je al ergens?! Even wachten, jongens. Ik heb zand in mijn ogen. Ik zie...Ik zie hele grote dieren. Met twee hele grote tanden ook. Twee hele grote tanden? O, o, o, o! Is het een haas, molletje?! Nee. Nee, ze hebben ook hele grote hangende flaporen. Ja. Ik ga even dichterbij. Ja. Woooo! Oh! Wat gebeurt er, molletje? O, het gaat goed hoor, jongens. Maar ze gingen bijna op mij staan. Maar ik kan ze nu wel goed zien. Oh! Woooo! Het zijn olifanten! Wooo! Dat was net op tijd. Ik denk dat ik toch maar even verder ga. Voordat ze mij omver lopen. O. Doe je wel voorzichtig, molletje? Doe ik! Zo, eh... Oooh! Ik sta hier voor een schattige kat. Nee. Kom jij eens even hier. Ja. Een schattige kat? Tussen de olifanten? Ik weet het niet, molletje. Nee! Rennen, molletje! Het is een leeuw! Woohoo! Gelukkig! Je bent niet opgegeten door die enge leeuw. Nee. Je liet mij wel erg schrikken, molletje. Maar het was wel heel erg spannend. Dat moeten we snel nog een keer doen. Nou, dat zien we dan nog wel weer. Nou ja, zien.