Tot 1996 moesten Nederlandse mannen vanaf 18 jaar verplicht in militaire dienst. Tijdens hun diensttijd werden de mannen onderworpen aan medische keuringen, militaire commando’s en moesten ze klaar staan voor een oorlog. Tegenwoordig wordt niemand meer officieel opgeroepen voor het leger, maar zijn er beroepsmilitairen.
Het hing alle achttienjarige jongens boven het hoofd: de dienstplicht. Bij de luchtmacht, de marine of de landmacht. Bijna niemand wilde, maar als je er eenmaal in zat, dan probeerde je er het beste van te maken. 25 jaar na het opschorten van de dienstplicht kijkt Andere Tijden terug op ons leger in de Koude Oorlog. De keuring omvat en psychologische test, een persoonlijke kennismaking en verder het gehele lichamelijke onderzoek. Bloed, urine, inwendige organen, gebit, gezicht, gehoor. Je bent nooit ziek geweest, jongeman, je hebt niets vergeten te vertellen over ziekten, gebreken of moeilijkheden? Voel je je gezond? Ja. Was je vroeger ook gezond? Ja, je bent nooit bij een zenuwarts geweest? Je hebt thuis geen moeilijkheden met vader of moeder? Er komen geen zenuwpatiënten in de familie voor? Nee. Geen alcoholmisbruik? Nee. Nooit met de politie in contact geweest? Nee. Ben je tegen pokken ingeënt? Ja. Waar? Links. Ja, en dan gaan we nu de bloeddruk meten. Goedemorgen heren. Buiten staat een bus te wachten. Als u hier het station uit rijdt of uitloopt, dan gaat u rechtsaf, dan ziet u een groene, lege bus. En dan stap je daar even in en dan wordt u vanzelf wel verder gebracht. In de kazerne in Wezep bij Zwolle bij de gedaanteverwisseling van burger tot soldaat. Waar een kwestie van een deur is, zijn we ze gaan opzoeken. Ze hadden nauwelijks een pakkie an of ze moesten op de foto. Wie gedacht had rustig te kunnen poseren, kwam bedrogen uit, want het bleek een kwestie van zitten en opstaan. Die meneer aan de sluiter drukte al af voordat ze er erg in hadden en er werd niet gevraagd of ze even naar een vogeltje wilden kijken. En dat is precies wat ze in dienst nodig hebben, want daar gaat alles het liefst in de looppas. Wij beginnen met het koude pak. In de zak. We hebben het niet nodig, want in Nederland is het nooit koud. Dan pakken we iets anders en dat zijn de wollen sokken. We hebben dus vier paar dikke wollen sokken. Voorlopig maar in de plunjezak opbergen, want je bent er verantwoordelijk voor. En waar het allemaal voor dient? Ha een tent. Oh nee, het schijnt een broek te zijn. Ik zie me al lopen. Jongens uit heel Nederland, uit alle rangen en standen van de samenleving, kwamen bij elkaar, moesten leren met elkaar omgaan. Leerden van elkaar dat het in Amsterdam wat anders ging dan in Groningen, dan in Limburg. Maar we wisten wel he, wij zijn wel samen Nederland. En daar moest je een smeltkroes van maken. De goede dingen onthoud je en de slechte dingen vergeet je. Er is niks aan. Waarom niet? Geen vrijheid, weinig vreten. Over het algemeen genomen vind ik dat er veel tijdverspilling bij zit. Nou ik vind het hartstikke gezellig. Erg vervelend. Je hebt de goede kanten en de slechte dingen. Er is niks aan. Waarom niet? Wat wij dan ook deden is: wij leiden ze niet alleen op, maar we vormden ze ook. Want voor de krijgsmacht zijn er ook bepaalde waarden en normen. En dat ging allemaal als ze afzwaaiden, weer de samenleving in. Dus eigenlijk waren we ook wel een beetje een staatsopleiding. De morgenstond heeft goud in de mond, is nog steeds het parool van de Nederlandse krijgsmacht. Een uitgebreide wasbeurt verdrijft de laatste slaapneiging. In de jaren zestig verandert de maatschappij en de dienstplichtigen veranderen mee. Ze worden mondiger en pikken het niet langer dat de legerleiding ze alles voorschrijft. Peter Schönhage is een van de oprichters van de Soldaten-vakbond VVDM. Als telegrafist is hij hier gelegerd. We moesten sleutelen. We waren de beste van Europa volgens mij. We deden het zo goed. We vonden het nog wel leuk ook. Maar toen had je ook helemaal geen mobiele telefoon. Je had of telex of telegrafie. Kijk zo steunend op een knie, zo zat ik de hele dag te sleutelen. Toen we opkwamen in Ossendrecht, dan weet je echt een vorm van gedrild. Je moest echt exact doen, het water had zo'n laagje ijs, maar wij moesten voorbijlopen. Als je draait: hop, dat linkerbeentje omhoog. Je moest nu echt luisteren want deed je dat niet, dan kreeg je op je flikker. Nog één keer nee. Nee nee nee. Stil staan. We wilden het leven van de mensen die erin zaten gezellig maken, leuk maken. Niet alleen maar afbreken. Je moest ook een groepje worden en dat doe je niet als je alleen maar op je donder krijgt. Neem dat koperpotje. Als er een waas op zat, dan was het niet goed. Terwijl als er wat gebeurde dan moest je t gewoon insmeren. Dat het niet gezien werd. De onzinnigheid ten top. Nou dat gingen we op een gegeven moment bespreken. En daar kwamen dus de puntjes uit wat we eigenlijk op een betere manier veranderd zouden willen hebben. Die strikte discipline. Kan dat niet een onsje minder? Al die strikte kledingvoorschriften. Dat hebben we opgeschreven toen. Hier bijvoorbeeld staat straffen alleen als er bewijs voor is. Je moet niet zomaar een willekeurig iemand een straf kunnen geven omdat je dag niet goed is. De afschaffing van de groetplicht in de kazerne of erbuiten. En we willen onze haren lang laten groeien. Dat was natuurlijk misschien wel symbolisch de belangrijkste. Er zijn overal protestacties als soldaat Rinus Weerman het vertikt om zijn haar af te knippen. Hij vindt het een inbreuk op zijn persoonlijke vrijheid. Zijn weigering levert hem 21 maanden gevangenisstraf op. Wie wil er nog haar geven voor de Weerman-actie? Het protest werkt. Weerman wordt na een maand vrijgelaten. Opgelucht staat hij de pers te woord. Kwam het erg onverwacht voor je? Voor mij wel, want ik had mij vastgehouden aan die twee jaar. Als ze vragen na die uitspraak terug te komen in dienst? Dan ga ik terug. En ga je dan ook naar de kapper? Nee, ik ga niet naar de kapper. Nee, dan heb ik voor niks gestreden. De actie van Rinus leidt ertoe dat de haardracht in het leger wordt vrijgelaten. Iedereen laat het groeien. In de jaren zeventig staat het Nederlandse leger zelfs internationaal bekend als het hippie leger. Andere krijgsmachten keken meteen na gefronste wenkbrauwen naar de Nederlandse militair. Lang haar, weinig uiterlijke discipline. En ik zeg uiterlijke discipline. Want in hun vak waren ze als je ze gemotiveerd kreeg best gedisciplineerd. Maar ze liepen er van nature wel shabby bij. En dat werd door de buitenlandse krijgsmachten vertaald als van ja dat kan nooit wat zijn. Maar ik heb toch heel wat oefeningen gedaan, met en tegen andere krijgsmachten uit andere landen. We deden er niet voor onder. Is het niet ontzettend warm in zo'n ding? Nee, dat valt wel mee hoor. Ja we hebben een paar luchtgaatjes hierin. Maar hoelang zitten jullie hierin? Ja dat ligt eraan waar we terechtkomen, waar we eruit moeten. Een klein stuk rijden, dan eruit en dan gaan we weer verder. In 1989 valt de Berlijnse Muur en de militaire dreiging uit het oosten is in één klap weg. Die zijn nu zogenaamd in vijandelijk gebied. Maar bestaat die vijand eigenlijk nog wel? Volgens de hoge heren in een leger nog wel. Maar ik zie geen vijand meer. We hebben toch wel een vijand. Een oefen-vijand.. Dat is Groenland momenteel. In de jaren 90 weet iedereen dat de dienstplicht zal verdwijnen. Toch worden er nog steeds jongens opgeroepen. Vrijwel niemand heeft er meer zin in. Op plaats. Het is vervelen geblazen. Je tijd uitzitten. Ja, ik zit hier vanaf 5 juni. Ik denk als ik al met al twee maanden gewerkt heb, dan is dat veel. Vaak moet je instrumenten schoonmaken, die je al tien keer per week hebt schoongemaakt. Eigenlijk wordt na de val van de muur, na het einde van de Koude Oorlog eigenlijk al heel snel duidelijk dat de bodem onder die dienstplicht is weggeslagen. Op het laatst waren geloof ik nog drie van de tien jongens die maar opgeroepen werden. Dus het was ook in de samenleving zoiets van ja meisjes niet. Maar drie van de tien jongens. Is dit wel nog wel een rechtvaardig systeem? Maar uiteindelijk ging het er ook over van: wat zijn de taken van de krijgsmacht? En hebben we daar nog zo'n grote krijgsmacht bij nodig en hebben we al die jongens nog nodig? Op de plaats! En ja, op dat soort gronden is besloten uiteindelijk naar een beroepskrijgsmacht te gaan. Wat ook nog meespeelde, wat was dat het leger een nieuwe taak kreeg, namelijk meedoen aan vredesoperaties. En daar in eerste instantie naar het voormalige Joegoslavië. En ja, men kwam eigenlijk al vrij snel tot de conclusie dat je dienstplichtigen niet tegen hun wil naar dat soort gevaarlijke gebieden kon sturen. Ze zouden altijd kunnen weigeren, ook al zouden ze kunnen zeggen van nou ok, ik ga mee, dan zouden ze tot op de vliegtuigtrap kunnen weigeren zei men al zo mooi. Nog één keer moeten een paar honderd dienstplichtigen op appel in Breda. Voor de laatste maal staan ze schouder aan schouder op het exercitieterrein. Nu we afscheid nemen van hen, nemen we ook afscheid van een traditie die meer dan anderhalve eeuw oud is. Een periode van aanpassing, kameraadschap, moeite en plezier wordt besloten.