Als een tunnel onder water moet, wordt er eerst een grote doos gemaakt. Die laten ze vollopen met water om te laten zinken op de plek van de tunnel. Dan wordt al het water eruit gezogen en kan de tunnel aan elkaar worden gemaakt met de stukken onder land.
Hoh, jongens, wat een wind. Ik sta hier te wachten op Pepijn. Pepijn heeft een vraag, die heeft alles te maken met al dat water hier achter mij. Kijk, daar heb je hem. Hoi. Dit is Pepijn. Pepijn, jij hebt een vraag. Ja, mijn vraag was: Hoe maak je een tunnel onder het water? Huh... een tunnel onder water. Dat is interessant. Dus jij wil naar de overkant, maar niet over het water, maar onder het water. Dat klopt. Gaan we uitzoeken. Hier zie je de werkzaamheden van de tunnel tussen Vlaardingen en Rozenburg. In 2024 is deze gigantische klus pas klaar. Er zullen dan dagelijks 56.000 auto's en vrachtauto's door de Maasdeltatunnel gaan rijden. Hoe lang wordt die tunnel dan? Die tunnel onder het water wordt 950 meter lang ongeveer. Bijna een kilometer. Ja. Pas op, Pepijn, pas op! Je doet gewoon een U-turn op de snelweg. Dat is niet de bedoeling! Ja, leuk hoor, rijden door een virtuele tunnel. Maar nu weer even serieus. Hoe maak je dan zo'n tunnel onder water? Een tunnel bestaat uit twee delen. Je hebt een stuk, dat bouw je... in het land. Ja. En een stuk wat we in het water bouwen.Ja. Wat we eerst doen, is dat we in het land hele diepe wanden maken. Dat is de wand waar je straks tegenaan kijkt als je door die tunnel heen gaat. Ja. Maar er moet ook nog een vloer in. Waar de auto's op gaan rijden. Een doosvormige constructie bouwen we dan, waar straks autootjes doorheen kunnen rijden. Die bouwen we eerst en die moeten we daarna afzinken en die maken we vast aan het stuk tunnel wat in het land zit al. Dus zeg maar een soort van Lego-constructie? Eigenlijk wel, het is gewoon Lego-bouw. Kun je niet laten zien in het klein hoe het werkt? Ik heb hier een tunneldoos. Dit is de tunneldoos. Als je hem voorzichtig in het water ligt, als het goed is, moet-ie blijven drijven. Zie je? Ja. Dus zo varen wij hem naar buiten. Oke. Maar dan moeten we hem gaan afzinken. Nou, hoe doe je dat? Ik heb een klein gaatje gemaakt. Doe er maar water in. In het gaatje. Ja. Op een gegeven moment moet-ie zo zwaar worden... O ja! Oei! Hoe weten ze nou dat ze hem precies goed laten zinken? Ze kunnen precies met satellieten zien waar zich dit bevindt. En ze weten precies op de millimeter, nou, ik denk de centimeter nauwkeurig, waar-ie ligt. En hoe zij hem afzinken. Maar dan heb je een doos in het water, die vol zit met water. Ja. Er zitten pompen in, die kunnen water erin pompen en weer eruit. Dus die pompen het water er weer uit. En dan heb je een droge doos. Hee, Pepijn. We hebben net de theorie gehoord van Jörgen. Nou, heel fijn natuurlijk, maar ik denk dat jij ook benieuwd bent hoe het er in de praktijk aan toegaat. Ja. Ja, toch? Maar dat gaat natuurlijk niet in deze kleding. Absoluut niet! Conrad, jij bent hier de grote man. The big balls, the big Tahuna, the chief, de directeur, de man! Wat zijn we hier eigenlijk aan het doen allemaal? Je bent hier op het noordelijke deel van de Maasdeltatunnel en het zuidelijk deel is aan de overkant. Wij gaan hier op het noordelijk deel jou precies laten zien wat we hier aan het doen zijn. Hier wordt de enorme betonnen schoenendoos gebouwd... die later in de rivier wordt afgezonken. Deze doos wordt maar liefst 200 meter lang en bijna 43 meter breed. Meer weten? Kijk voor filmpjes en artikelen op willemwever.nl. We bouwen die schoenendoos en dan gaan we dit allemaal, alles wat je ziet...Vol laten lopen. Precies! Niet nu toch? Nee. Oke, nee, want dan peer ik 'm. Dat kunnen we niet hebben. Gelukkig. Nee, we laten het vollopen en dan gaat het zinkelement drijven. En dan kunnen we het langzaam de rivier in laten zakken. Ah, oke. Daar laten we het op zijn plek. Daar rijden we zo doorheen. Ja. En door het zinkelement rij je natuurlijk naar de overkant. Zouden jullie ons willen helpen met het storten van beton? Natuurlijk! Dan ga je goed stevig staan en dan pak je 'm vast. Ja. En als je klaar bent, zeg je: Laat het beton maar komen. Kom maar! Woo! Ja! En nu moet je nog trillen, he. Storten is één ding. Ja. Maar nu het trillen. Pak maar eens een trilnaad. We gaan eerst even trillen! Boven de beton. Zet 'm maar an. Helemaal naar beneden, mag nog dieper. Juistem. Zie je de luchtbellen komen? En dan weer langzaam eruit. Dit werk wordt gewoon gedaan door mensen nog steeds? Ja, dit is allemaal handwerk. Jeetje. Altijd één man aan de pomp... en dan vier mensen die aan het trillen zijn. Oke. En Conrad, als dit dan niet goed gebeurt... wat kan er dan gebeuren als er nog bellen in zitten? Als er nog bellen in zitten, dan gaat het lekken. Want ja, waar geen beton zit, kan water doorheen. Ja, ja, ja. En het is niet zo sterk als we het berekend hebben. En dat willen we eigenlijk niet. Daarom is trillen heel belangrijk werk. Hoor je dat, Pepijn? Je bent erg belangrijk werk aan het doen. Dat hoor ik. Over vier jaar, dan ben je 17. Dan mag je waarschijnlijk al rijden. Onder begeleiding wel. En dan kan jij gewoon zeggen: Dit heb ik gemaakt. Precies. Dit heb ik gemaakt. Is jouw vraag beantwoord? Zeker.