Ze wisten niet waarin ze terecht kwamen: de jongens die vrijwillig naar de oorlog in Korea gingen. Het bleek een van de gruwelijkste oorlogen ooit, die eindigde in de deling in Zuid- en Noord-Korea en die door vrijwel iedereen vergeten is.
Chaos, kermende gewonden en miljoenen doden. Voor ons al bijna een vergeten oorlog. Een verhaal dat aan Vietnam doet denken. Iets met communisten in het noorden en wij in het zuiden, maar dan eerder. Eén van de meest smerige oorlogen ooit gevoerd: Korea. Na vijf jaar wereldoorlog en vijf jaar strijd tegen Indonesië, waren er nog altijd vrijwilligers te vinden voor weer een oorlog. Jongens van rond de twintig. Jongens die iets wilden met hun leven. Het is eind oktober 1950 als de eerste lichting aantreedt van het NDVN. Het Nederlands Detachement Verenigde Naties. Ruim 600 vrijwilligers. Nauwelijks genoeg voor een volwaardig bataljon. Premier Drees spreekt mooie woorden, maar eigenlijk had de regering deze militairen liever niet gestuurd. Met tegenzin begint daarom de werving van vrijwilligers. Hoe oud was u toen u zich aanmeldde? Twintig. Twintig jaar? Dat was te jong. Ja, ik was jong. Mijn vader en moeder moesten nog toestemming geven. En de eerste keer hebben ze het verscheurd. Toen ik thuiskwam met het formulier. Pa teken even en ma teken even. En dat ma zei daar hebben we je niet voor grootgebracht om daarheen te gaan. Ik zei maar ik ga wel. Ik was vlak bij de kazerne bezig. Toen ben ik naar de kazerne toe gelopen. En dezelfde dag werd je gekeurd, enzovoort enzovoort. En dezelfde avond liep je in uniform.Ze kregen hun opleiding bij de commando's in Roosendaal in het voorjaar van 1951. Een paar maanden later wordt er verzameld in Rotterdam voor het vertrek naar Korea. Met een Amerikaans troepen transportschip. Onze jongens daar op dat schip wisten totaal niet wat hun straks te wachten stond. En misschien zelfs niet dat de vijand Noord-Korea plotseling versterking had gekregen van rood China, dat de Amerikanen nu tegemoet kwam denderen met zo'n 200.000 man. Waar ik op gerekend had? Wij zitten hier en je blijft net zo lang schieten tot aan de overkant dat ze vertrekken hé. Maar ik wist niet dat je ze eraf moest jagen. Dat wist ik niet. Percentueel vielen er meer doden dan in enig andere oorlog uit die eeuw. Er vielen meer bommen dan op heel Duitsland in de Tweede Wereldoorlog, alleen al in Noord-Korea. Ik probeer er niet aan te denken. Het is altijd toch wel wat. De eerste jongens die sneuvelen en zo en gewonden en een hele hoop gegil en narigheid. Want als het daglicht was en ie jongens kwamen over met die napalm... en die donderstraalde dat aan de overkant op, op die plek waar je naartoe moest. Dat was één grote streep aan vuur en vlammen. Ja en daar moesten wij dan weer naartoe.Ik zie nog een soldaat eten. Wind, geloof ik. Die hadden ze met een burpgun. Dat was zo'n... Die noemden ze in 1945 in Berlijn een zingende zaag. Die Russen, die hadden dat ding en dan ging dat prrrt prrrt. Je wordt er dol van. Maar die hebben geen doordringingsvermogen. Maar zo'n stukje. Maar die hadden ze z'n hele billen vol geschoten. Dit was in een rauwe biefstuk. Ja, en dat soort mensen dat ligt dan te kermen van ellende. Als ik drie dagen van tevoren te horen krijg van: de zoveelste dan moet je op patrouille, dan stierf ik van de angst. Dan zat ik in de bunker te denken om een afscheidsbrief te schrijven. Zal ik naar huis schrijven: ik moet de zeventiende bij wijze van spreken weer op patrouille en dan is t afgelopen. Maar dan denk ik bij mijzelf: nee, doe dit niet.Was je banger om gewond te raken of bang om dood te gaan? Gewond raken. Ja. Als je iemand ziet zonder benen zo. En als ik in het hospitaal kwam, dan zag je het één en ander. Dan dacht je nou jongens, als ik er zo bij lag dan was ik toch maar liever dood geweest. Iemand waarvan z'n schouder eraf was. Een hospik die daar loopt. Verdomme Boekel, zou je niet een keer dekken. Ach, als ik dek dan is het toch al te laat. Dat soort dingen spelen zich dan af. En dan is er een vent die is zijn schouder kwijt. Hou je grote bek toch. Want die vent die ligt te gillen van ellende. Hou je bek, d'r zijn er nog veel meer. En dat... heel onlogisch allemaal. Op een ogenblik is een maat gesneuveld. En ik ben ergens neergekwakt in een trechter terecht gekomen en dan lag ik daar gewond. En toen was de oorlog daar afgelopen en toen lag ik er nog moederziel alleen. Iedereen was al vertrokken. En toen uit de rechter kant... Daar kwam iemand aanlopen en wie het geweest is mag Joost weten. Ik weet het niet. En die is bij mij gekomen en hij zegt: wat is er aan de hand? Ik zeg ik ben gewond. En ik lig hier nog en alles is vertrokken. Hij zegt: Ik zal je weg laten halen. Ik heb altijd gedacht dat het een engel is geweest. Maar ik heb echt weleens dat ik echt moe uit bed kom. Ik zeg verrek, ja ik heb liggen dromen. Ik denk nog wel aan de jongens. En daar leef je maar mee.En die en die Chinees die daar in de voortuin lag... daar ga ik iedere dag... daar sta ik mee op en daar ga ik mee naar bed met die man. Dat zie ik altijd, dat schot in z'n knie en die twee in z'n voorhoofd. Dat gaat nooit meer van m'n netvlies af. Nooit meer. Geef me nou eens één reden waarop ik trots moet zijn omdat ik in Korea geweest ben. Kom nou toch. Nee, dat was een noodzakelijk kwaad en daar is het mee afgelopen. En daarom zeg ik t is een periode die helemaal niet zo... Moet ik hier op mijn borst lopen rammen? Nee.U heeft die medailles wel gekregen. Oh ja, natuurlijk, maar wat, wat? Het heeft totaal geen zin. En dit, ja, dit zijn allemaal onderscheidingen. Het is allemaal mooi geweest. Heeft u dit vaak aan? Nooit! Dit is de vierde keer dat ik het aanheb.Bent u er niet trots op? Ja en nee zeg ik weleens. Ik zeg weleens ja en nee. Ergens is het natuurlijk zo... ja, nou ja een beloning. Je hebt het meegemaakt, je hebt het gedaan en ja, dan heb je t verdiend.