Arthur (7) vertelt over De School van de Magische Dieren van Margit Auer. De Wintersteinschool is een hele gewone school met hele gewone kinderen. Tot miss Cornfield er les komt geven. Zij geeft de kinderen die het nodig hebben een magisch dier. Een magisch dier is een dier dat kan praten, en het is ook nog een vriend voor altijd. Wie wil dat nou niet?
Dit is de Waanzinnige Podcast van 13 afleveringen. Ik ben Arthur en dit is het boek van de Magische Dieren. Arthur koos het boek De School Van De Magische Dieren. Wat is magie eigenlijk? Nou, dat je bijvoorbeeld jou kan omtoveren in een kikker. Wil jij mij omtoveren in een kikker? Nee, dat zou ik niet willen, want anders zou ik de podcast niet meer kunnen opnemen. En waar gaat dit boek over? Een nieuw meisje komt in de straat te wonen bij Bennie en die komt op de Winterschool terecht. Maar vorig jaar was er een meester die eigenlijk zou blijven, maar er kwam een vrouw, dus een lerares, en zij is een beetje raar, Mrs. Cornfield, ze doet vaak haar schoenen uit en gaat op het bureau zitten, en ze heeft al haar nagels gekleurd met allemaal rare kleurtjes.
We beginnen deze podcast meteen met een stukje voorlezen. Dat komt, omdat Bennie diezelfde dag uit school iets vreemds ontdekt en dat is zo mooi opgeschreven dat we het meteen aan je voorlezen. Daarna vertelt Arthur nog veel meer.
Bennie vroeg zich net af of hij Ida zou uitnodigen voor zijn verjaardagsfeest, toen hij een knetterend geluid achter zich hoorde. Een oude bus tufte door de straat en stopte naast hem bij het verkeerslicht. De bus was met felgekleurde letters beschilderd. Bennie hield zijn hand boven zijn ogen. De letters leken door elkaar te dansen. De Magische Dierenwinkel was hij. De ramen van de bus waren getint. Bennie probeerde te zien wie er achter het stuur zat. “Een vent met een hoed”, mompelde hij. Maar wie zat er naast de chauffeur? Dat was toch…? Ja, dat was Mrs. Cornfield, zijn nieuwe lerares! “Wat doet zij daar?”, vroeg Bennie zich hardop af. Hij ging op zijn tenen staan. Wat was dat achter de donkere ramen? Waren dat kooien? Was die lange schaduw de slanke hals van een giraffe? Bennie dacht dat hij een geit hoorde mekkeren en een hond hoorde grommen. En hoorde hij een olifant trompetteren? Dat was toch onmogelijk? De motor van de kleurige bus knetterde luid. Het verkeerslicht sprong op groen. De bus reed rechtdoor en sloeg vlak daarna linksaf zonder richting aan te geven. “De Magische Dierenwinkel”, mompelde Bennie, “zoiets bestaat toch helemaal niet?”. Magie was toch hetzelfde als tovenarij? Wat zou een magische dierenwinkel dan zijn? Verkochten ze daar dieren die konden toveren? Plotseling dacht hij aan de zwarte mamba in de beukenhaag, de fluitende eekhoorn en de vogel die vandaag zwaaiend langs het klaslokaal was gevlogen. Bennie keek nadenkend voor zich uit en snoof. De dieselstank hing nog in de lucht. Hij besloot niemand over de merkwaardige gebeurtenis te vertellen. Ze vonden hem toch al een dromer en zouden hem niet geloven.
En van wie is die bus dan? Dat is de grote vraag. (…) En dat is de eigenaar van de Magische Dierenwinkel. Nou, hij gaat op reis met zijn grote bus. Daar houdt hij dan allemaal dieren, hij begint in het boek altijd met een dier zoeken en in dit boek was dat een pinguïn, die komt in het volgende boek pas terug, dat wordt het volgende magische dier dat iemand krijgt. Ja, en dat is steeds heel spannend in dit boek, want wie heeft het hardst een magisch dier nodig? En wie zal dus het volgende dier krijgen? Maar het grappige is van als hij steeds binnenkomt, dan zegt hij steeds met een buiging “(…) meldt zich!”. (…), die koos wie als eerste een dier zou krijgen en dat was Ida met een vos. Wat is een magisch dier eigenlijk? Dat is een vriend voor altijd en je kan met ze praten. Maar andere mensen kunnen het magische dier niet horen praten, alleen miauwen of zo. Maar ze kunnen jou wel horen als je tegen het magische dier praat, dus daar moet je wel mee opletten, want anders denken ze “is die niet goed bij zijn hoofd?” of zo. Maar als er iemand naar het magische dier keek, dan wordt het een knuffel. Dat noemen ze ook “verstenen” toch? Ja, maar dan eigenlijk verknuffelen.
En wanneer krijgt je een magisch dier? Als je niet zo goed zelf tegen de wereld op kan en als er iets vervelends is bijvoorbeeld. En dat was denk ik bij Ida omdat ze kwam op de nieuwe school, maar voor het hek stonden daar hele vervelende meisjes. Dan vertelt Arthur dat hij ook wel eens werd gepest, door drie jongens: En die gingen steeds achter me aan rennen dat ik een betermans ben. Waarschijnlijk gaat het hier over Bram Botermans en dat is weer de hoofdpersoon van het boek Het Leven Van Een Loser. En dan zeg ik dat ze moeten stoppen en anderhalve meter afstand moesten houden toen ze nog anderhalve meter afstand moesten houden, maar dat deden ze niet en ze renden maar steeds achter me aan en dat vind ik supervervelend. Terwijl ik gewoon een zandkasteel wou maken. Maar welk magisch dier zou jou daar nou bij kunnen helpen? Blokvis. Nee, maar hun vinden Blokvis eng! Dus daarom denk ik “Blokvis!”. Dat zou best eens kunnen helpen. En anders vragen we aan (…) of hij een tijger op ze af stuurt. Ja! Waarschijnlijk pesten kinderen om cool te zijn. Daarvoor moet je niet pesten, daarvoor moet je gewoon goede dingen doen. Dan vertelt Arthur dat hij het leuk vindt om mensen te helpen bij technische problemen: Als er een probleempje is met een inval juf met het digiboard en zo, dan zegt iedereen dat ik het moet doen! Je hebt er meer verstand van dan de meesters en de juffen? Ja! Want ik wil later ook gamemaker worden. Aha! En daarvoor is hij nu al heel hard aan het oefenen. Bijvoorbeeld op de website… …van Klokhuis en daar zo ben ik bezig met Joris En De Draak, want je kan niet alleen gewoon spelletjes maken, maar je kan ook gewoon films maken. En dat is heel moeilijk, maar het lukt wel heel goed. En ken je dat verhaal uit een boek? Nee, gewoon van de Efteling, ik vind die van de Efteling supercool!
Nou, zo zie je maar: verhalen zijn overal: in boeken, in de Efteling en in games. En die kan je ook nog zelf maken. Arthur kletst maar door. Hij vertelt zoveel dat hij al dingen uit het volgende boek verklapt. …en dan tovert hij zo het konijn tevoorschijn van papier-maché en iedereen moest lachen. Maar dat is misschien in het tweede boek of niet? Oh ja, dat was in het tweede boek. Wat Arthur het leukste vindt in het boek is Het Mysterie Van De Stinkbommen In De School, want wie maakt die bommen? En wat heeft de Directeur hiermee te maken? Die doet vaak mee aan plantenwedstrijden, dus “wie kweekt de hoogste zonnebloem?” of “wie kweekt de leukste dinges, een pompoen of zo?” en dit jaar was het iets: iets heel stinkerigs. Ja, koolrabi, maar de grootste koolrabi van hem was gestolen, maar daar kwamen ze achter omdat ze op pad gingen in de nacht, Ida en het Magische Dier van Ida. En Bennie is daar ook, middenin de nacht. Maar die kwamen elkaar dus tegen. En wat er dan gebeurt… dat moet je zelf maar lezen. Het boek De School Van De Magische Dieren is geschreven door Margaret Hauer en vertaald door Corrie van Bree. De illustraties zijn van Martijn van der Linde.
Oh, dat is Levi, hij heeft ook een boekentip: Hoi, ik ben 11 jaar oud en ik lees in Max Einstein. Max Einstein is een meisje dat superslim is. Ze zit zelfs bij het… …bij het IDVM: het Instituut Voor Degenen Die Het Verschil Maken. Degenen die het verschil maken? Ze wordt achterna gezeten door een groep slechteriken die haar willen om kwantumcomputers te bouwen, want ze is heel slim. Is dat niet verschrikkelijk eng? Ja, het is ook spannend, maar je krijgt er geen nachtmerries van. Zou jij niet stiekem het allerliefst Max Einstein willen zijn? Nou, het is dat ze een meisje is, maar… Maar anders… En daarom is lezen zo leuk. Wie leest, kruipt in de huid van een ander. De volgende keer spreek ik Julien. Middenin de nacht werd ze gebeld en toen zei ze “wie kan dat nou zijn?”. Over 2 weken hoor je welk boek zij heeft gekozen. Ben je er klaar voor? Allemaal kleppen dicht en snavels toe. Snaveltjes toe. Stil, sst. Ja. Sst, luisteren. Veel plezier.