Als leider van bijvoorbeeld een politieke partij heb je een bepaalde macht. Immers, de leden van die partij hebben je gekozen als partijleider. Macht betekent dat je anderen je wilt op kunt leggen zelfs als het tegen hun zin is. Een politieagent heeft ook macht. Als je door rood fietst, slingert hij je op de bon. Je noemt dit formele macht of gezag, want die macht is officieel vastgelegd in regels en wetten. Binnen een vriendengroep kun je ook macht hebben maar dit is niet vastgelegd in regels. Je noemt dat informele macht. Als burger heb je macht om te stemmen op de partij waarop je wilt stemmen. Je kunt ook proberen politici te beïnvloeden met je overtuigingskracht. Of met een hele grote groep mensen die gezamenlijk iets willen. Je noemt dat een machtsmiddel: een middel waarmee je het gedrag van anderen probeert te beïnvloeden.