“Vlisco is een bedrijf dat al 160 jaar bestaat, we zijn in 1846 opgericht. Wij maken traditionele waxprints, dat zijn doeken die worden gedragen door de Afrikaanse consument”. Vlisco heeft een fabriek in Helmond, waar de exclusieve stoffen worden gemaakt. Het bedrijf heeft ook een fabriek in Ghana en daar is een groot gebrek aan geschoold technisch personeel. “Het probleem is dat wij een soortgelijke fabriek hebben in Ghana met soortgelijke machines, maar we kunnen niet gekwalificeerd personeel vinden om aan die machines te kunnen opereren, de machines te bedienen en ook te maken en te onderhouden. Dat is een groot probleem, dat hebben niet alleen wij, maar verschillende bedrijven in Afrika hebben dat”. Technisch onderwijs kost veel geld, omdat je dure apparatuur nodig hebt. En aan geld ontbreekt het vaak in Afrika. Samen met de Nederlandse regering en een aantal andere bedrijven richtte Vlisco in Ghana een technische school op.“Vlisco is met dat idee gekomen en heeft een subsidie aangevraagd in Den Haag en heeft toen nog 15 andere bedrijven in Ghana gezocht om mee te financieren om een school te bouwen die in een opleidingsbehoefte kan voorzien”.“Dat zijn grote multinationals die ook in West-Europa en Noord-Amerika opereren en die hebben allemaal meegefinancierd omdat ze allemaal hetzelfde probleem hebben: ze kunnen niet gekwalificeerd personeel vinden”. “Het project is voor ons eigenlijk zakelijk opgezet, dat komt doordat wij op de lange termijn onze operators op een hele goeie manier kunnen opleiden en daar zelf gewoon heel veel belang in hebben. Maar het is ook mooi meegenomen dat er nu een fatsoenlijke school in die regio staat, waar ook de Afrikanen zelf naartoe kunnen gaan om zichzelf beter op te leiden en beter voor te breiden op een goeie baan”.