Bangladesh is een land in zuid Azië. De hoofdstad is Dhaka. Het land is ongeveer vier keer zo groot als Nederland. In de winter is het koel in Bangladesh.
Boven Azië ligt een hogedrukgebied. Er stroomt droge lucht van het land naar de zee. Het is de droge tijd: de droge moesson. In de zomer is het andersom. In Azië is het dan heel warm. Boven land ligt een lagedrukgebied. Vochtige lucht van zee stroomt Bangladesh binnen en zorgt voor veel regen: de natte moesson.
De grootste rivieren in Bangladesh zijn de Ganges en de Brahmaputra. Deze rivieren ontstaan in het Himalayagebergte. Ze stromen via India naar Bangladesh en komen daar samen in één grote rivierdelta. In de tijd van de natte moesson zorgen de rivieren voor overstromingen. Die overstromingen geven de grond een laagje vruchtbare modder, waardoor de gewassen het volgend seizoen goed kunnen groeien.
Maar Bangladesh kent ook overstromingen die niet fijn zijn. Dat is als ze ontstaan door cyclonen. Deze enorme wervelstormen ontstaan aan het einde van de zomer boven de Indische oceaan. Dan is het oceaanwater op zijn warmst is.
Vanaf de oceaan verplaatsen de cyclonen zich naar het noorden tot ze Bangladesh bereiken. Daar aan land gekomen, veroorzaken de cyclonen grote overstromingen. De gevolgen zijn verschrikkelijk. Dijken breken door, dorpen en wegen komen onder water te staan en duizenden mensen verliezen hun huis.
Er vallen heel veel slachtoffers. Voor de inwoners van Bangladesh is water meestal een vriend maar vaak ook een gevaarlijke vijand.