Soms komt er geen regen uit de wolken, maar sneeuw. Hoe kan dat? Stel je weer voor dat je met een vergrootglas naar een wolk kan kijken. Dan zie je piepkleine waterdruppeltjes, piepklein!
Als het gaat vriezen in de wolk, veranderen de waterdruppeltje in heel fijne ijskristallen. Geen één kristal is hetzelfde: je hebt naaldjes, sterretjes en nog veel meer vormen. Bijzonder hè! De ijskristallen worden groter en groter... en gaan aan elkaar plakken. Dan is het een sneeuwvlok. Als de sneeuwvlokken zwaar worden, vallen ze als sneeuw naar beneden.