De vuilnisman, de vuilnisman. De vuilnisman is top.
Hij komt langs met zijn wagen en ruimt alle rommel op.
Hoela, lijkt het jou niet fijn om een vuilnisman te zijn?
Want dan mag je alle dagen rijden op een vuilniswagen.
Hoep, ik wil best mee met jou,
Maar dan wel als vuilnisvrouw.
En dan hang ik alle dagen,
Achter aan jouw vuilniswagen.
De vuilnisman, de vuilnisman. De vuilnisman is top.
Hij komt langs met zijn wagen en ruimt alle rommel op.
Samen gaan we alle zakken van de stoeptegels pakken.
En we gooien ze zo omhoog, in de wagen met een boog.
We nemen al het afval mee,
De mensen roepen “joepie jee!”.
“Dank je Hoela, dank je Hoep,
Voor het ruimen van de troep”.