Over het algemeen maakt een Afrikaan veel werk van zijn looks. Zowel mannen als vrouwen. Zeker als ze naar een feest gaan. Hé, moet je zien: een bruiloft, prachtig, die doeken die die dames op hun hoofd dragen! Het lijken wel beeldhouwwerken! Ja, het is mooi hoor, dames.
Ik wil jullie iets vertellen over de Bogolan: een typisch Afrikaanse stof. Een echte kunstvorm trouwens. En dat zou je niet meteen denken als je het woord “bogolan” letterlijk vertaalt: “bogolan” betekent namelijk: “stof beschilderd met modder”.
Bogolans maken, dat doen ze al eeuwen in Mali. Kijk maar: de traditionele kleding van jagers, die zijn al generaties lang hetzelfde.
Hier: dit is Alice, een Afrikaanse kunstenares gespecialiseerd in het maken van bogolans. Ze heeft haar eigen stijl, maar toch werkt ze nog behoorlijk traditioneel. Ze gaat haar modder halen in de Niger en dan niet zomaar wat modder, nee, ze wilt modder waar veel ijzer in zit. En die vindt je niet aan de oever, daarvoor moet je naar het midden. Dat ijzer is belangrijk, want dat zorgt voor de mooie diepzwarte kleur op de stof. Tja, chemie hè? En na de modder op naar de markt om ngaláma-planten te kopen.
Daar kookt ze een lichtgeel soepje van. Dan de stof erin tot ie helemaal lichtgeel is.
En nu drogen in de zon. Dat is heel belangrijk, want zonder de kracht van de felle zon kun je geen goede bogolan maken.
En dan begint het schilderwerk.
Als de modder dan helemaal droog is, wordt dat ervan afgeklopt. Alice werkt ook met de sap van gekookte boomschors, dat geeft een hele mooie rode kleur. En om de stof wat witter te maken zodat de kleuren wat feller lijken, gebruikt ze zeep.
In de Malinese dorpen is bogolans maken meestal het werk van bepaalde families die al generaties lang de technieken en de geheimen van de bogolan-kunst aan elkaar doorgeven. In de dorpen worden de bogolans nog veel traditioneler gebruikt dan in een stad. Zo maakt het veel uit wanneer je een bogolan draagt en welke dat dan is.
Meisjes dragen bogolans op belangrijke momenten van hun leven wanneer men zegt, dat ze kwetsbaar zijn en dat ze er bescherming nodig hebben. De Bámana gaan er namelijk vanuit, dat door de stoffen in plantensap en modder te dompelen de stoffen krachten opnemen die je beschermen tegen mensen of geesten die je kwaad willen doen. De meisjes dragen de bogolan na hun besnijdenis. Om te genezen worden ze zo’n vier weken afgezonderd en tijdens die periode dragen ze dan een speciale bogolan, die ze ook dragen op de dag dat ze gaan trouwen en bij hun man gaan wonen. Zoals dit meisje op deze foto. De bogolan die ze aanheeft heet “Ngále”. Het heeft motieven die echt bij de familie horen.
En dit is Basiya , de doek die ze bij de familie Diara dragen. Iedere familie heeft zijn eigen motieven. Huizen, trommels: visgraten of pinda’s. Een motief dat je heel vaak ziet, dat is die van een krokodil. De krokodil is een krachtig en sterk dier dat je beschermt. Het wordt vaak geschilderd op de hemden van jagers ter hoogte van de ruggengraat, want de jagers, die kunnen wel wat krokodillenkracht gebruiken!
Zo traditioneel als de bogolan is in de dorpen, zo hip is het in de steden. Je kan zelfs naar scholen om bogolan-schilderen te leren. En in Parijs zijn er zelfs grote modeontwerpers die met bogolan-techniek en -motieven werken. Tja, en tegenwoordig verkopen bogolans ook heel erg goed aan toeristen! Of sterker nog: aan galaries en kunstverzamelaars. Want tegenwoordig heb je ook Malinese kunstenaars die bogolans maken. En dan niet om te dragen, maar om naar te kijken, als echte hedendaagse kunst.