Jelle: Dit is Jelle in 728. Hoort u mij? Maar? brandweermannen hebben toch altijd een pak aan om zich te beschermen?
Brandweerman: Ja, zeker. Klaar!
Jelle: Wauw! Waarvoor zijn die strepen eigenlijk?
Brandweerman: Deze strepen op het pak die zijn als wij 's avonds in het donker aan het werk zijn of ergens staan, kunnen de mensen ons goed zien. Deze strepen reflecteren namelijk in het donker.
Jelle: Waarvoor hebben jullie altijd eigenlijk een helm op?
Brandweerman: We hebben altijd een helm op om ons hoofd te beschermen tegen stenen ofzo die naar beneden vallen.
Jelle: Waarom is er dat gouden dingetje eigenlijk?
Brandweerman: Het gouden dingetje dat noemen wij een goudvizier. Dat had je heel goed gezien dat dat van goud is. En dat is om ons te beschermen. Ons gezicht, onze ogen, onze neus te beschermen tegen de hitte. En dan zit er ook nog een brilletje in. Kijk, daar komt die. Dat noemen we een veiligheidsbril want wij doen naast branden blussen ook nog wel eens andere dingen. Dan kunnen we ook onze ogen beschermen zodat er niet stukjes metaal of zo, als we aan het slijpen zijn, in onze ogen krijgen.
Jelle: Wauw, dit is gaaf! Jullie hebben toch altijd van die flessen op jullie rug? Waar zijn die?
Brandweerman: Die zijn hier.
Jelle: Waar is dit dan voor?
Brandweerman: Dit noemen wij de manometer. Dan kunnen wij zien hoeveel druk er nog in de fles zit. Hoeveel lucht er nog in de fles zit. Want als de fles leeg is dan moeten we zorgen dat we niet meer binnen zijn in de rook. Maar daar hoort nog iets bij. Dat noemen wij het masker. En dat masker zetten we op de helm vast. Dan kunnen we het masker aanklikken. En dan kunnen we het zo voor ons gezicht houden. En dan sluiten we deze op het masker aan. En dan kunnen we de lucht uit de fles trekken.
Jelle: Is dat ook vies in je mond?
Brandweerman: Nee hoor, dat is dezelfde lucht als we hier inademen.
Jelle: Worden jullie niet kletsnat als jullie aan het blussen zijn?
Brandweerman: Nee, want we hebben een heel goed pak. En dat is waterafstotend. Dus daar worden wij niet nat in.
Jelle: En hoe zit het met je voeten?
Brandweerman: Onze voeten! Nou, kijk eens. Daar hebben we hele mooie laarzen voor. Hele hoge. En die doen we aan en dan trekken we ze dicht. En dan krijgen we ook geen natte voeten.
Jelle: Oh ja! Hè? Dat is toch van wol? Daar krijg je het toch warm van?
Brandweerman: Dat is inderdaad wol en daar krijgen we het ook warm van. Maar wol heeft een eigenschap dat het heel slecht brand. En dat het ons heel goed beschermt tegen de hitte. En dit zijn onze handschoenen.
Jelle: Hè? Maar kan je daar wel mee door het vuur lopen dan?
Brandweerman: Nou, ze kunnen niet echt tegen het vuur. Maar er zit dezelfde wol in als in deze pakken. En die beschermen ons echt tegen de hitte. Maar we kunnen er niet echt mee door het vuur lopen, want dan gaan ze echt verbranden.
Jelle: Zo, ik ben er klaar voor! En alleen nog een beetje groeien.